DE
HEILSGESCHIEDENIS VAN JAN
Al
zo’n veertien dagen verblijft onze missionaris, Jan Van Den Hoven, in het
Kortrijkse. Zondag 19 april was ook voor onze parochie een hoogtepunt. Jan
bracht tijdens de homilie in de drie kerken van de federatie zijn uniek levensverhaal.
De
eerste jaren bracht hij als priester in onze regio door. Einde van de jaren
tachtig vertrok hij als onze priester-in-zending naar het verre Brazilië.
Vandaar dat zijn tijdschrift, een van zijn communicatiemiddelen voor ons,
Braziljan heet. Ook daar maakte hij een evolutie mee: eerst heel wat jaren als
parochiepriester en nu al zes jaar als ‘pelgrim’, als priester die met de
mensen van de straat samenleeft. Ze slapen op de grond in een verlaten kerk. We
hoeven er geen tekening bij te maken om uit te leggen dat er daar dan drugsverslaafden
bij zijn of waren, alcoholici, heel arme, sjofele mensen met al dan niet
fysieke of psychische handicaps. Met andere woorden: zeker niet allemaal
gemakkelijke mensen!
Jan
doet ons ook denken aan de bedevaarders naar Compostela: met enkelen op tocht
gaan, zonder eten bij zich te hebben, zonder gsm, enkel wat kleren en zo in
niet vooraf bepaalde dorpen terechtkomen en bewoners ontmoeten. Vóór deze
laatste periode was hij op het einde, zoals hij dat zelf omschreef ‘geledigd’
vanbinnen. Nu laat hij zich meer en meer door God vullen.
Wat
kunnen zoal de Bijbelse drijfveren zijn voor een dergelijke priester die met
straatbewoners samenleeft? Jan: “Het heeft te maken met Jezus die de voeten van
de apostelen waste. Het is Christus die zich aan mij in die ‘kleinen’
openbaart. Leven bij mensen die ver afstaan van de kerken en de tempels. De
aanwezigheid van de Tedere Drie-Ene brengen. Ik ben slechts een instrument van
God. Het is trouwens niet altijd gemakkelijk. Ik ben geen heilige, heb mijn
fouten, ben soms geïrriteerd, durf wel eens uitvaren. Eigenlijk doet het mij
ook denken aan een andere Bijbelse tekst, van Jeremias: ‘Heer, U hebt mij
verleid en ik ben bezweken. U was te sterk voor mij en hebt mij in Uw greep
gekregen.’ God heeft mij daartoe geroepen en ik heb “Ja” gezegd. Ik ben
gelukkig!”
Na de viering:
gezellig samenzijn
Een
honderdtal mensen trokken dan naar het Parochiaal Centrum om samen met Jan
‘hespe aan ’t spit’ te eten. Dat was natuurlijk om de inwendige mens te sterken
en het dient gezegd: het was allemaal heel goed georganiseerd, lekkere ham,
gevarieerde groenten, … Vooraf konden we ons aanschouwelijk inleven in de regio
waar hij in Brazilië verblijft, o;a. de mensen, de omstandigheden, de kerk als
slaapplaats, met behulp van heel wat geprojecteerde foto’s (een powerpoint)
waarbij Jan de nodige uitleg gaf. Er was ook nog koffie en taart, er kon iets
Braziliaans aangekocht worden. Alles ten voordele van het werk van onze
missionaris Jan die ongetwijfeld financiële steun van ons nodig heeft. Wij
wensen hem uitdrukkelijk te danken voor zijn moedig en gedurfd herderschap.
Wil
je eens kennismaken met de laatste ervaring van Jan? (Je kunt je e-mailadres
doorgeven op www.braziljan.wordpress.com)
Doorgeefluik (februari 2015)
Een groot gehucht.
Een grote kerk in hervorming.
Een barakhoudster wilde niet praten.
Die verantwoordelijke van de kerk beluisterde ons alleen maar.
Niets werd aangeboden – ze bleef zonder houding.
Niets om te slapen – er was zelfs geen afdak.
En dan plots, twee vrouwen.
Zefita en Adriana vonden een huis in aanbouw.
We hadden nog eten van de dag.
We deelden het weinige dat we nog hadden
en dan plots een stem diep in het huis.
Ja, het kwam van het aanpalende huis achterin.
Van een van de vrouwen.
Er was een klein gaatje in de muur.
En er kwam de vraag – “Willen jullie wat geroosterd brood?”
“Jazeker.”
“Hier, ik geef het door het gaatje.”
“Houden jullie van ei?”
Het werd door het gaatje gegeven.
“Banaan?” – Daar kwam de geroosterde banaan.
Ook zout.
Eén gaatje is voldoende om de dialoog op gang te brengen.
Eén gaatje is voldoende om broederlijk te delen.
Een grote kerk in hervorming.
Een barakhoudster wilde niet praten.
Die verantwoordelijke van de kerk beluisterde ons alleen maar.
Niets werd aangeboden – ze bleef zonder houding.
Niets om te slapen – er was zelfs geen afdak.
En dan plots, twee vrouwen.
Zefita en Adriana vonden een huis in aanbouw.
We hadden nog eten van de dag.
We deelden het weinige dat we nog hadden
en dan plots een stem diep in het huis.
Ja, het kwam van het aanpalende huis achterin.
Van een van de vrouwen.
Er was een klein gaatje in de muur.
En er kwam de vraag – “Willen jullie wat geroosterd brood?”
“Jazeker.”
“Hier, ik geef het door het gaatje.”
“Houden jullie van ei?”
Het werd door het gaatje gegeven.
“Banaan?” – Daar kwam de geroosterde banaan.
Ook zout.
Eén gaatje is voldoende om de dialoog op gang te brengen.
Eén gaatje is voldoende om broederlijk te delen.
GEDOOPT
Esmee
Verplancke, dochtertje van Kenneth en Isabel Opsomer en eerste kleinkind van
koster Filip.
OVERLEDEN
Denise
Meskens, geb. 1928, weduwe van Georges Depraeter, rvt Sint-Carolus.
Nicole
Vandewalle, geb. 1943, echtgenote van Johan Lanssens, Grote Kring.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten