vrijdag 26 september 2014

K+L 39: orgel internationaal


K+L 39: JA, ZELFS INTERNATIONAAL!

 

De muzikale inspanningen van de vzw Orgelkring, dat is alweer bewezen, zijn enorm!

Zondag 14 september laatst kwam zelfs de Duitse organiste, mevr. Kerstin Wolf uit Hamburg, het Schyvenorgel toetsen (!). Graag maak ik gebruik van de telkens professionele bijlage van onze huisorganist, Dirk Blockeel, wat alle verrijkende uitleg van die zondagse (september)orgelbespelingen betreft, om haar voor te stellen:

Kerstin Wolf studeerde orgel en piano aan de ‘Hochschule für Musik und Theater’ in Hamburg. Na daar te zijn afgestudeerd vervolmaakte ze zich nog met meestercursussen in Wenen en in Salzburg (Mozarteum). Sinds 1995 doceert zij in Hamburg orgel aan de voornoemde Hochschule. Als klavierspeler werkt ze heel vaak samen met het Filharmonisch Orkest van haar geboortestad.

Aangezien ze van zo ver komt, was er ook vraag naar een gastgezin voor dat weekeinde. Ondervoorzitter, Luc Thiers, van Pro Ecclesia, was graag bereid om daarvoor te zorgen. Zijn echtgenote, Rita, is trouwens Duitse.

En het programma? Schitterende orgelmuziek van bekende en minder bekende componisten.

Dirk heeft de aangename gewoonte om voorrang te geven aan orgelcompositiecreatoren die een jubileumjaar vertegenwoordigen. En dit jaar was dat Charles Tournemire (1870 – 1939) die een improvisatie van het Te Deum creëerde. Wat laat Dirk ons daarover weten?

De van Bordeaux afkomstige Charles Tournemire (1870-1939) is als componist en schepper van het imposante en liturgisch dienstbare, 51-delige ‘L’Orgue Mystique’ (1927-1932) werkelijk een buitenbeentje. Dankzij zijn huwelijk met de rijke Engelse weduwe Alice Taylor had hij geen opdrachten nodig voor zijn levensonderhoud. Dat hij het zich kon permitteren om volledig buiten alle modes van zijn tijd te creëren, hangt daar wellicht ook mee samen. Zijn werken voor piano houden het midden tussen die van Debussy en van Messiaen. De orgelwerken daarentegen logenstraffen elke vorm van classificatie.

Onze dit jaar herdachte Fransman (75 jaar geleden overleden) liet de meeste van zijn orgelwerken voor het eerst horen in zijn Sainte-Clotildebasiliek waar niemand minder dan César Franck en Gabriel Pierné hem waren voorgegaan. In de vorige bespelingen konden we al tweemaal genieten van een door Duruflé uitgeschreven improvisatie over de paashymne ‘Victimae Paschali’. Vandaag (14 september) kwam voor de tweede maal de fantasie over de grote lofzang aan bod. In verschillende tonaliteiten hoorden we enkele keren de stijgende kleine terts waarmee het Te Deum begint.

Maar dat was zeker niet alles. Er stond heel wat meer op het orgelprogramma:

Brahms en Oskar Lindberg en twee modernere werken van nog levende componisten: de Nederlander Ad Wannes met zijn Vallées des Danses en de West-Vlaamse Benjamin Luyckx. Van deze laatste Dominica ad Vesperas:

Deze componist kreeg het verzoek om, indien mogelijk met een knipoog naar ons andere thema (Tournemire!), een nieuw werk te schrijven dat vandaag voor de vijfde keer mocht weerklinken.

Benjamin liet onze stille wenk niet links liggen en voorzag zijn compositie met duidelijke verwijzingen naar het oeuvre van de liturgisch georiënteerde Parijse voorganger.

De Ieperse kathedraalorganist heeft zijn werk opgevat in de geest van Tournemires liturgische jaarbundel ‘L’0rgue Mystique’; krachtens de titel is zijn bijdrage echter niet voor de eucharistie, maar wel voor de vespers bedoeld. Wat als drieluik gestalte kreeg, bestaat uit Openingsvers, Psalm en Magnificat. Het thematische materiaal van de hoekdelen is ontleend aan Nederlandse gezangen. In het eerste deel is de wat klagende, driemaal herhaalde fis-noot uitdrukkelijk aanwezig. Het pedaal brengt in het begin een viernotig motiefje (fluit 4’) dat even later beantwoord wordt in het manuaal (fluit 4’) – een verwijzing naar de eerste twee zinnen uit een gezang van De Sutter uit het Getijdenboek: “God, kom mij te hulp. Heer, haast U mij te helpen.” (Z.J. 25b). In het slotdeel is een andere melodie van De Sutter (Z.J. 533) van de partij. Oosterhuis vertaalde de oude, geëxalteerde woorden van Maria aan de boodschappende engel. Antifoongewijs wordt in die hymne de volgende tekst een aantal keren herhaald: “Iedere tijd opnieuw gaat zijn genade naar allen die eerbiedig met Hem leven, want geweldig is mijn God.” Het middendeel is als vrije meditatie in de geest van een gebed opgevat. De aanduiding ‘Largo religioso’ liegt er niet om.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten