maandag 7 april 2014

K+L 15: (h)eerlijk ontbijt - kinderwoorddienst - vormelingen - bijbellezen


NIEUWS VANUIT DE KINDERWOORDDIENST
 
Het symbool van de derde zondag van de vasten was water. Marie en Emma hadden water meegebracht van thuis en hiermee was de toon onmiddellijk gezet. Ons bakje werd aangevuld met water na de symbolen van zand en stenen van de 1e en 2e zondag. Het verhaal van de Samaritaanse vrouw werd toegelicht alsook wat de betekenis is van “God is levend water”.

De kinderen stonden ervan versteld dat 880 miljoen mensen in de wereld nog steeds geen toegang hebben tot zuiver, drinkbaar water en dat dagelijks 10.000 mensen sterven door het drinken van verontreinigd water. Daardoor krijgen mensen ziekten als buikloop en cholera. Verontreinigd water en een gebrek aan hygiëne blijven de belangrijkste oorzaken voor de hoge kindersterfte in ontwikkelingslanden.

Ze mochten opschrijven waarvoor zij water allemaal gebruiken… Ze schrokken een beetje bij het zien van de jongen in Uganda die water aan de bron ging halen in jerrycans en daarvoor 2 uur had moeten stappen.

De opmerking van Matthias was dan ook raak: “Wij zwemmen in het water en daar hebben ze geen water…” Ja, antwoordde Lucas daarop: “Wij zwemmen in het geld en daar hebben ze geen geld…”

 

VORMELINGEN: HET NADERT!

Op zondag 27 april in de bijzondere viering van 27 april om 11.15 u is het zover: de vormselviering. En daarvoor moet elke kandidaat-vormeling eerst een jezuskleed passen. Misschien moet er nog wat aangepast worden. In de Sint-Maartensparochie zijn er meer dan dertig kandidaten!

 

BIJBELLEZEN: VERRIJKEND EN VERRUIMEND

Andermaal moesten wij na de laatste Bijbelstudie van donderdag 27 maart tot de slotsom komen dat Bijbellezen onmisbaar is om een juistere, verruimende kijk te krijgen op de inhoud van al die teksten. Interessant is de vergelijking van teksten bij de verschillende evangelisten.

We kennen Judas natuurlijk als de ‘verrader’. Men zal eerder het woord uitleveren of overleveren in de teksten vinden. Niemand zal goedkeuren wat hij tegenover Jezus gedaan heeft. Wat schrijft Matteus ons bijvoorbeeld?

Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich.

Judas had zeker niet verwacht dat het zover zou gaan, dat Jezus aan het kruis zou eindigen. De dertig zilverstukken terugbrengen, berouw, zonde, onschuldige: het is inzien en biecht spreken. Maar de opperpriesters weigerden hem zijn biecht, gaven hem zeker niet de absolutie. Ze weigerden ook het geld terug te nemen: dertig zilverstukken, een peulschil, de som die men geeft om een slaaf te kopen. En dan deed Judas wat in Deuteronium is voorgeschreven: hij moest de doodstraf krijgen en kon niet anders dan ze zelf volbrengen: hij verhing zich. Nog vele andere verduidelijkingen brachten een verrijkende verklaring.

Volgende Bijbellezing: donderdag 12 juni.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten