zondag 14 april 2013

God ademt het leven in de mens

In avant-première de cultuurrubriek van de heer Madder die op 24 april in van Kerk en Leven verschijnt:

Bernardus De Ryckere, Nederdaling van de Heilige Geest (1587), triptiek, Sint-Maartenskerk, Kortrijk

God ademt het leven in de mens
De Sint-Maartenskerk in Kortrijk bezit een opmerkelijke Pinkstertriptiek

·         Met Pinksteren dalen vurige tongen neer op de apostelen
·         De duif komt uit het verhaal over Jezus’ doop
·         De levensadem symboliseert de zending van de Geest

Er is een goede reden om eens naar Kortrijk te rijden en er in de Sint-Maartenskerk de Pinkstertriptiek te gaan bekijken. Dat drieluik was oorspronkelijk als altaarstuk bedoeld, maar staat nu op geringe hoogte boven de grond opgesteld. Dat heeft het voordeel dat men het werk van dichtbij kan bekijken en alle details met het blote oog kan zien.
Het onderwerp werd bij contract bepaald. Dat werd op 28 september 1585 ondertekend door de schilder Bernard De Ryckere, woonachtig in Antwerpen, en drie kerkmeesters in Kortrijk. Op het centrale paneel moest de Nederdaling van de Heilige Geest over de apostelen worden uitgebeeld, op het rechterluik de doop van Jezus in de Jordaan. Dat is op zich niet verwonderlijk. Alle vier evangelisten vertellen dat bij die doop de Geest als een duif op Jezus neerdaalde. Daar haalden de kunstenaars het motief om ook bij het Pinkstergebeuren de Heilige Geest als een duif af te beelden. Zo is dat al te zien op de oudst bekende afbeelding van de Uitstorting van de Geest over de apostelen in een Syrisch handschrift uit 586, de Rabula-Codex die in Florence wordt bewaard. Toch spreekt Lucas in de Handelingen van de Apostelen niet over een duif. Hij vermeldt enkel de verschijning van vurige tongen boven elke apostel (Handelingen 2,3).
Veel dichter bij het verhaal van de Handelingen staat de volbladminiatuur bij dat boek in de Karolingische Bijbel (870-875) uit de abdij Sint-Paulus buiten de Muren in Rome. Het beeld combineert de Hemelvaart van Christus met de Nederdaling van de Heilige Geest onder de gedaante van vurige tongen. Hier is geen duif te zien. In tegenstelling tot veel andere afbeeldingen zweeft er ook geen vlammetje boven het hoofd van Maria, die bij de apostelen zit. Zij komt trouwens niet voor in het Pinksterverhaal van de Handelingen. Ze wordt wel iets eerder vermeld bij de beschrijving van de terugkeer van de apostelen naar de bovenzaal in Jeruzalem, na Jezus’ hemelvaart (Handelingen 1,14).

Maar nu terug naar Kortrijk. Op het centrale paneel zijn zoals bij veel traditionele Pinksterenvoorstellingen zowel de duif aanwezig als de vlammetjes boven de apostelen en Maria. Bijzonder aan dit altaarstuk is echter het linkerluik. Daar is de schepping van Adam uitgebeeld, met name het moment waarop God de Vader de eerste mens de levensadem inblaast. Dat staat in het tweede scheppingsverhaal van het boek Genesis (2,7). Van het Latijnse woord voor inblazen (‘inspirare’) is het woord voor geest (‘spiritus’) afgeleid. ‘Spirare’ betekent trouwens ook blazen en ademen. De opdrachtgevers of hun theologische adviseurs wisten dus goed wat ze deden, toen ze de inhoud van dit luik bepaalden.
Het altaarstuk is een meesterwerk van De Ryckere die een klein aantal religieuze schilderijen en portretten op zijn naam heeft staan. In de Sint-Maartenskerk hangt nog een vroeg en minder geslaagd werk van  zijn hand, een  Kruisdraging geschilderd in 1560.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten